De pop
Gelijk een spelend kind, in zoete waan,
Haar pop aan 't liefdevolle hartje drukt,
Van 't zielloos mondje menig kusje plukt
En meent haar kindjes hart te voelen slaan,
Het vlassen haar met bloem en lintje smukt,
De kleertjes aantrekt, die zo mooi haar staan,
De wassen wang, wier rooskleur haar verrukt,
Warm streelt - de verf hangt lipje en vinger aan -
Zo deed ik, dwaze, met mijn dichterdroom.
Mijn leven leende ik aan de lieve pop.
O glimlach niet: ik was zo jong, zo mild!
Mijn popje doste ik uit en sierde ik op
En kuste en minde ik, o zo teer, zo vroom,
Zo lang! - Wee mij! ik heb mijn ziel verspild.
Blauwe bloemen(1884)
Schrijver: Helene SwarthInzender: Redactie, 15 december 2022
Geplaatst in de categorie: overig