Aan Duifje in de taveerne
Duifje moet de naald weer rusten?
Zijn de doekjes afgezoomd?
Of hebt gij van stille lusten,
Van ene andre taak gedroomd?
Pronkstertje, wier blinkend huifje
In de kastelnij niet voegt,
Stemt u ’t hart zachtmoedig, Duifje?
Maakt de bierwalm u vernoegd?
Zou ’t u licht niet beter passen
Als gij ’t huiswerk had aanvaard,
Dan bij vleien en bij brassen
U te voegen naar de waard?
Duifje steun niet op je krachten:
Vriendlijk is niet altoos wijs;
Die zich vrij van wanklen dachten
Stonden somtijds op glad ijs.
-----------------------------
uit: Gedichten (1869)
huifje - kapje, hoedje
kastelnij = kastelenij - het gebied van de kastelein
vernoegd - tevreden
Inzender: Redactie (H), 30 april 2024
Geplaatst in de categorie: vrouwen