't Is goê
't Is goê..., 't is goê!...
Vraag niet, o kind, waarom en hoe
Die weemoed over uw vreugde vlot.
Men moet in ieder groot genot
Een plekske schaduw lezen;
Daar moet aan iedere bloem een traan
Aan iedere zon een ondergaan,
Aan iedere dag een avond wezen.
't Is goê,..., 't is goê!...
Dat, na 't verzengend zon-gegloê,
De witte vree van 't maangelaat
Over de moede wezens gaat
Van die geen zon verdragen...
En dat van deernis, nu en dan,
De loden lucht nog schreien kan
Voor hen, die nimmer klagen.
't Is goê..., 't is goê!...
Dat, achter 't alledaags gedoe
Van grote strijd om klein bestaan,
De mensen naar hun sponde gaan.
- Die goede, oud-bekende -
Daar, tussen waak en sluimer in,
Vindt menige goedheid haar begin
En menige smart haar ende...
--------------------------------------------
uit: Op zachte vooizekens (1923)
Inzender: Redactie, 5 februari 2024
Geplaatst in de categorie: emoties