Hoog op de kaap
Hoog op de kaap, waar zich te pletter stoot
De storm, staat 't kustlicht; en zijn rondblik glijdt
Ontzaglijk over zwarte oneindigheid,
Vol hoorbaar hunk'rende, onzichtbare dood -
Een heerser, wiens rustige zekerheid
Tegen zijn gunsteling, de verre boot,
Dwars door kanonnades uit wolkenvloot
Schertsend knipoogt om hun vergeefse strijd.
Neen, 't is een maaier: klankloos scheert zijn zeis
De horizon; en plots'ling zilvergrijs
Vliegt langs de ketting uit golvende schalmen:
Hij, boven de aardewelving, machtig, zwaait
Zijn cirk'lend blad - 't is of het suist - en maait
De spokig vallende oogst van bliksemhalmen.
Brahman I, p. 97(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: Redactie, 22 mei 2023
Geplaatst in de categorie: vrijheid