Soms zomeravonds, als ik 't oude huis
Soms zomeravonds, als ik 't oude huis
Vol schem'ring, zonder mensen, binnenkom -
Ik luister en ik weet niet recht, waarom -
'K ga naar mijn kamer. - 'K hoor nog net een muis.
Uit groenig zwarte bomen waait geruis
Door 't open raam. - 'K beweeg mijn ogen: glom
Daar iets? - Een plaat. - Wonderlijk stil rondom
De meubels. - 'K hoor in de oren 't bloedgesuis.
'T lijkt ver en vreemd. - Ik denk niet: 'Is hier iets?'
Ik weet wel beter: haast me opzett'lijk niets,
Maak licht, ga zitten, neem een boek, en lees.
En even kijk ik, even, weg van 't boek -
Was dat de muis niet? - naar een donk're hoek.-
Dat was de voortijd en zijn spokenvrees.
---------------------------------------------------
dit sonnet is het 10e in de cyclus: Bevrijding
Brahman, deel I, p. 62(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: Redactie, 4 juli 2020
Geplaatst in de categorie: vrijheid