AL DRAAGT DE AAP EEN GOUDEN RING / ZO IS HET TOCH EEN LELIJK DING
Al heeft de sim een gulden rok,
Zo is 'et toch maar enkel jok;
Want schoon zij met een grote pracht,
Wordt deftig in het spel gebracht,
En dat ze voor de eerste maal
Komt prachtig treden op de zaal,
Komt wonder moedig aan de dag:
Zij is een aap, gelijk ze plach';
Want eer men nog de rolle sluit,
Zo kijken hare grillen uit,
Want zijde, goud, fluweel, satijn,
En geven niet als enkel schijn.
De vors die huppelt naar de poel,
Al zat hij op een gouden stoel.
1632
Spiegel Van den Ouden ende Nieuwen Tijdt(1632)
Schrijver: Jacob CatsInzender: Han Messie, 25 september 2016
Geplaatst in de categorie: dieren