BRUSSEL
Grote Markt
Gul en kunstzinnig is het volk geweest,
Statig van bouw en prachtig blauw van ogen,
Die gretig-wijd het gouden zonlicht zogen,
Geestig van zin en zinnelijk van geest
Hun huizen zijn als vrouwen op een feest,
Voornaam en moe, iets tot elkaar gebogen,
Met rag van kanten beeldhouwwerk omtogen,
En blank verguld, de burgerlijkste 't meest.
Hun ouderdom volmaakte tooi en luister,
Zij dromen in een schemering van duister
Verheven boven het moderne grauw.
In de weerspiegelingen hunner ramen
Vloeien de beelden van 't verleden samen
En flonkeren als zonneschijn in dauw.
Verzamelde Gedichten, nalezing VII (1926/1928)
Schrijver: Willem de MerodeInzender: Redactie, 13 maart 2020
Geplaatst in de categorie: woonoord