Voorheen en Thans
Look here, upon this picture and on this.
Hoe minzaam speelt in 't herfstseizoen
Door 't ruisend woud het licht der maan.
Hier zag ik Olga sidd'rend staan.
Zacht lei ze 't korfje neer in 't groen
En snikte en vlood... Haar argloos wicht
Is thans apteker te Maastricht.
De torenspits, met mos omkleed,
Die 't nesteke van 't vooglenpaar
(Zacht bruilofstbed, zoet echtaltaar)
Een stille wijkplaats vinden deed,
Helaas! die spits is naar de maan
En 't vooglenpaar heeft broekjes aan.
Eens zag ik hier het rijpend graan,
Dat menig hart met hoop vervult,
Als heilbode op de akker staan,
Door 't zonlicht in goud gehuld.
Die gulden oogst, dat golvend geel
Is thans bij bakkers en wordt meel.
De pelgrim, die hier 't matte lijf,
Gebogen op de wilgenstaf,
En zat van 's werelds laf bedrijf,
Verpoosde op 't vochtig zoden graf,
Die pelgrim, 't levens walgens moe,
Ging naar de markt en kocht een koe.
De wees, die nooit de liefdelach,
De warme gloed van 't moederoog,
Zijn treurig pad bestralen zag,
Die, als hij hong'rend herwaarts toog,
Slechts dorre stopp'lend vond voor brood,
Vaart thans als beurtman op Buiksloot.
Het kozend paar, vol zoete kout,
En zoeter hoop, wie 't heidegras,
't Verholen hoekje in 't kreupelhout,
Een keurlijk minpriëeltje was,
Is sedert jaren man en vrouw,
En bakt thans pijpen in Ter Goû.
Eens zag ik hier een maagdelijn,
Zo lieflijk als de dageraad,
Zo fraai als weinig maagden zijn,
Zo lokken lief haar lief gepraat.
Dat aardig kind, vol zoet bescheid,
Is thans een grijze keukenmeid.
Ook ik zat eenmaal in dit woud,
Bij 't lieve zilverlicht der maan,
Naast bloempjes, zestien jaren oud,
Alsof ik nooit weer op zou staan.
Thans zit ik met een dikke buik
En met een slaapmuts op mijn pruik.
Inzender: Redactie, 4 mei 2008
Geplaatst in de categorie: tijd