Schuimend water
baart onheil
Kolkende massa
overrompelt
de stralende kust
Wuivende stranden
branden in
spokende chaos
Lichamen drijven
sterven bederven
Wanhoop ontreddering
dood
De zee is los
niets ontziende blind
Mijn God
Wees een God
van nabij…
Kiem in volle grond
Zuchtend naar het licht
Zon en regen
bedauwen het land
Levenssappen stromen
door het jonge blad
Sterk in streven
Bloeiend naar omhoog
Stormen woeden
Even knakt het riet
Lijdzaam vol vertrouwen
Trotserend deze slag
Als een boom
Geplant aan de bron
Zijn takken reiken
tot in de hemel…
In jouw armen
ben ik een kabbelende beek
In jouw armen
ben ik onstuimig als een leeuw
In jouw armen
ben ik volledig mens
In jouw armen
laat ik je nooit meer gaan…
Ik voel je
hete adem
in mijn nek
op mijn huid
van mond tot mond
Een twinkeling
in je ogen
Ik omring je
met man en macht
Verstrengeld lig je
in mijn ziel…
Lichten laaien
strooien kreten
blindelings
onder druk gevangen
overrompeld
Luchten laaien
klaren niet
zien zwart
als glas vertroebeld
gesmolten tot weerzin
Waarheid in woeker
geroofd
ontdaan van haar
waardigheid
tot schaamte vervallen…
Je bent ingesloten
in mijn armen
in mijn benen
in mijn hart
Blind van liefde
voel je met open ogen
de tedere streling
van mijn lijf
en leden
Licht geraakt
geef je je bloot…