Ik, ja, ik
netgedicht
ik
het Woord
heb het gehoord,
kom, de ochtend gloort,
zegt het voort
dat woord
JA.
Dat woord
in het begin
dat een gebed verhoord
zei geen 'Gij'
Zij zei:
zij
wees
dat woord
laat het zijn:
ik ben
ja…
1 resultaat.