Als je bij me binnenkomt
dan ben je niet alleen
ik zie het aan je ogen
ik voel het om je heen
en als je laag na laag onthult
en open voor mij staat
word jij,
ben jij
mijn prooi,
een soepel beest
dat gromt en kronkelt in de grond
vol lust, zich dieper graaft
ik dans hooghartig, neem je mee
en breng je naar de rand
ogen vol spiegels…
Als vlammen schaduwen
werpen op de muur en
lichamen vaag in glanzend licht
weerkaatsen in spiegels
Als lekkende tongen geur
verspreiden en adem bevangen is
van overgave
Dan neem ik je mee
naar mijn uitgestrekte rust…
Hoe onvoltooid is onze liefde
herinner je je nog
dat je bij me binnenkwam
met schildersdoek en glunderende lach
omdat ik van je houd, zei je
verf en kwasten, kleurig palet
wij tweeën op het doek
en ik, ik voelde me koningin
en filmde al je bewegingen vol ijver,
gaf je m'n dik gebreide witte vest
met capuchon en noemde je
mijn Rembrandt…