Als de wind, waait de tijd voorbij
Niet af te remmen, niet te versnellen
We gaan
We gaan
Als we dat nog niet wisten
Met de tijd als de wind in onze rug
We hebben lief, we haten, we schreeuwen
We huilen, we juichen, we gaan
Hand in hand
Met de tijd.
Onomkeerbeer, tegendraads en onbegrijpelijk
We sjouwen, duwen en slepen ons voort…
Onze handen versmolten met elkaar
Je kijkt me aan
Alsof je iets wilt vragen
Mijn hand glijdt langzaam door je haar
Het lijkt eindeloos
Die ene blik
Voor altijd veilig opgeborgen
In mijn gedachten
Ik geef je een kus
Tintelingen
Over heel mijn lichaam
Minutenlang
“Ik vind je lief”
Fluister je zachtjes in mijn oor
Ik antwoord zachtjes…