alleen in een loft
ik heb een pakhuis gekraakt
een hal opgelapt tot nest
hoog en kaal in het dal
leunend tegen de bergflank
één ruimte die open staat
ramen knipogen hoekig
als ik het ijzeren gordijn sluit
één kier laat één bundel van de schemer door
steunbalken liggen bloot
zuilen dragen vloer en dak
bloemen, kaarsen en linten
tot een halve maan geschikt
als een pronkstuk op tafel
de trap wentelt om een spil
voert me naar het doorwoelde bed
een matras van schuimrubber
die ademt door gaten
ik slof over visgraten van gelakt hout
de stad slaapt al
de wijk is wijd van stilte
niet nodig dat ik deze dag laat uitdijen
het enige dat ik opwind is mijn oude wekker
morgen moet ik terug de spits vermijden
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid