Arbeiders
Feodosia Grimia Ukraine òù 6
De waterleiding.
Toen haar waterpijp modderig begaf
Bedwelmde roes mijn hemels zijnde
Verwensde zij krom de slang tot graf
Verstoord dwaas hoorde ik het einde
Gestaag gravend in vergane geheel
Slovend van koude pril tot vorst laat
Onbelegd en schraal valt hen ten deel
Geen klacht van onbehagen die verlaat
Zo ik doe blind grof gemis niet wetend
Klauwen zij niet aflatend gestaag voort
En ik wenteld gelaafd vals waarnemend
Verwerp hun klaagzang nimmer gehoord
Ivan Grud
Feodosia,26-02-2005
De waterleiding kuis verrot,
van hoofdweg tot aan perseel,
werken in ijzige kou, zwaar onderbetaald.
Inzender: victoriya zhadenova, 27 februari 2005
Geplaatst in de categorie: filosofie