Groot en uitgestrekt
Groot en uitgestrekt, uitgestrekt zijn de velden zonder einden.
Wolken gevaarten die, in wazige verten, aan de aarde kleven.
Wolken zo hoog als wit besneeuwde bergen, leunend op de velden der vergetelheid, als vermoeide reizigers der geschiedenis.
De lange, lange tijden der geschiedenis zijn onbeschreven,
het leven, als in luttele seconden in de lodentijd der eeuwigheid.
Vergeten kan zij niet omdat er geen herinnering is,
het zijn slechts schimmen, wazige sporen op aarde.
Hoe kan ik ze in mijn handen houden?
Heb ik ze, reeds vliegen ze weg.
Mijn tijd hier, slechts een rimpeling in een oceaan,
een stofje in een eeuwigheid van zand.
Wie draagt mij in herinnering?
Wat is er gedaan, waar ben ik geweest?
Hoe klein zijn mijn sporen in de velden van het bewustzijn.
Ach mocht ik worden gedragen in genegenheid.
Wie ik, ik ben uw geschiedenis, ik ben uw verleden.
Zo weinig tijd hebt u met mij door gebracht,
werd ik vergeten, weggeduwd in grijsheid der denken.
Wees toch uw heden bewust, geniet van het heden,
want spoedig bent u slechts verleden.
Geplaatst in de categorie: actualiteit