Candlelight
Ik heb het nooit willen zien of willen geloven,
als men zei dat het kaarslicht ooit zou doven.
Wie ging nou niet, zoals ik, door met schrijven,
omdat je dacht dat het altijd wel zou blijven.
We schreven al onze gevoelens van ons af,
want er was iemand, wisten we, die erom gaf.
Ik sloot mijn ogen bij de easy-listening muziek,
bij de gedichten van en voor een gevarieerd publiek.
Ik heb het nooit willen zien of willen geloven,
als men zei dat het kaarslicht ooit zou doven.
Ik schreef en stuurde vele honderden gedichten,
om m’n pijn, maar ook de jouwe, te verlichten.
En nu is dan toch het laatste uur aangebroken,
wordt door Jan het laatste gedicht uitgesproken.
Ik ben stil, ik ben doodstil en ik luister mee,
met op de achtergrond de golven van de zee.
Ik heb het nooit willen zien of willen geloven,
als men zei dat het kaarslicht ooit zou doven.
De wind om mijn huis, de wind loeit luid,
en de kaars … de kaars gaat langzaam uit.
Geplaatst in de categorie: afscheid
ondanks het onderwerp wat mij niet zo direct aanspreekt.
Leest ook goed weg.