Rijshout
Zoutwatervis ligt doodstil in de grienden
Zoetwatergoven spatten op basalt
Een knotwilg is het die zijn vuisten balt
Om holten die recent als ogen dienden
Al half verdroogd, gedeeltelijk verteerd
Is het of hij alsnog om bijstand smeekt
Met een gebed dat van nieuw leven spreekt
En vrees in overgave transformeert
Ach, raadsel, dat de adem stokken laat
De geep verbleken doet alhier gestrand
Uit onverklaarbare verbeeldingskracht
Ik ben een Wilgenvrouw, natuurfanaat
Van tenen vlecht ik snel een hengselmand
De stompen dromen lente, ik berg pracht
Geplaatst in de categorie: natuur
op deze fraai verwoorde metamorfose.
Gaaf Anneke!