Over mens en dier.
Toen ik nog schaamteloos hoogmoedig was
en enkel met dieren wou praten…
Beducht als ik was voor het glas in het gras..
in de mensheid zag ik geen graten.
Nu ik streel ik de poten en de vacht
van de warme kat naast mij heel zacht.
Opdat zij aan vogels zou verzaken,
hun karkassen niet open zou kraken,
ontdaan van hun bonte vederpracht.
Het is het lot van mens en dier
onze prooi zonder pinken te verschalken.
we verreken daarbij geen spier
want wij zijn sperwers en torenvalken.
Geplaatst in de categorie: dieren