De rivier
Nog klein gaf deze rivier me grote ogen
vertelde lispelend, murmelend, kabbelend,
schuimend, zingend, bruisend, bulderend:
Ik stroomde al toen jij nog een protocel was
Baart mijn water zeilende elegantie
Doorschijnend flikkerend als libellen
Mijn oevers geven ook kost en inwoon
aan oud geboren lome schildpadden
Achteraf blijven we verweesd achter
Terugblikkend is er kort noch lang
Zoete, zure, zoute, bittere uren
Ze vervliegen allemaal 1 voor 1
Nu ik groter ben vertelt de rivier wat
zij nog lang na mij zal blijven zeggen
Soms fluisterend soms ruisend:
Het is niet de tijd die vergaat
Geplaatst in de categorie: filosofie