Moe van het gemis
De steenkoude trappen waar ik op zit,
zij weren mij, zozeer ontbeer ik jou.
De tederheid waarnaar ik zucht, ik bezit
slechts mijn handen die ik amper vertrouw.
Ik stel mij voor, jouw geur, jij als de vrouw
die, innig zacht en trots, mij tot zich laat,
een vloed van rust, waarin wij nog bestaat.
Dit hunkeren naar jou, mijn hoofd is moe
van het gemis dat almaar dieper gaat.
Dit lijf voelt leeg, mijn ziel behoort jou toe.
... Gedicht in de vorm van een dizaine als interpretatie van een kunstwerk ...
Schrijver: Ludy Bührs, 18 oktober 2012Geplaatst in de categorie: liefde
Het enige dat ik jammer vind, zijn de hoofdletters die hier en daar hun doel voorbij schieten.