Insteken, (omslaan, doorhalen, af laten glijden)
Janet en Marjan op de thee
Een vast ritueel per twee weken
Gezellig het breiwerkje mee
Al vallen die middag wat steken
Marjan op de thee bij Janet
Er is al een tijdje verstreken
Als één van de twee roept: ‘jij slet!’
Dan volgen er meerdere steken
De thee met Janet en Marjan
Een waslijst met vele gebreken
De vlam slaat allengs in de pan
Fataal zijn de laatste twee steken
Geplaatst in de categorie: emoties