Mijn lot
Ik heb u geplukt, als bij blaadjes van bloemen, de haren uit uw hoofd gerukt.
Ik heb u bemind, u liefgehad met het naïeve hart van een ongeduldig kind.
Ik heb u gehaat, met de hartstocht van een lama, spoog ik u in het gelaat.
Ik heb u verdoemd, terwijl ik met passie uw geliefde lichaam heb geroemd.
Wat ben ik een dwaas, want telkens weer vertel ik u mijn trieste relaas.
Wat ben ik een gek, want door uw liefde drapeerde ik deze galg om mijn nek.
Wat ben ik een zot, door naar u steeds te luisteren is mijn leven kapot.
Wat ben ik een nar, als een mak paard, spande u mij weer voor uw kar.
U bent puur venijn, zelfs in deze agonie doet u mij nog steeds pijn.
U bent mijn geliefde geweest, maar morgen op mijn graf viert u feest.
U bent mijn einde en was mijn begin, iedere keer trapte ik er weer in.
U bent mijn rechter en beul, de last die ik voor altijd met mij mee zeul.
Geplaatst in de categorie: woede