Herinnering
Onder de Morspoort uit 1668 te Leiden komen
zoete wietgeuren mijn neusgaten opvrolijken.
De stemmen boren door mij heen als pikhouwelen
in zachte mosculturen. Ik moet hier weg, voordat
de wachters komen om mij aan hun speren te rijgen.
Ik hoor ze al komen. Het is pikdonker. Naar buiten,
jij, vagebond, ga bodemloos verrekken, het grijze in.
De mist ontzet mijn ogen door mist te zijn. Laat die
vervloekte poort toch open, piepende muizen! Zien
jullie dan niet dat ik een voorname diamantslijper
ben, die terugverlangt naar haar schone inborst,
haar edele manier van spreken, haar sexy verschijning.
Ooit rookten we samen de waterpijp en high van dat
bedreven we de liefde keer op keer, totdat we weer
keer op keer de liefde bedreven. In droom weliswaar,
maar toch, ook al is ze nu tegen de vijftig, ik zou
haar zo, zonder waterpijp, 100% willen bevredigen!
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid