Agapé
( voor Jessica Durlacher )
Jij etaleert flinterdunne bespiegelingen achter
een violette voile van plastic wijsneuzen, jouw
geheim, al hebben ze duizend oren, duizend ogen,
daar komen ze niet achter. De zuiderwind waait
door je gave oren, je fluorescerende billen,
voorbij doordringende nautilus-klanken in
de bolle zeilen van je hersens, dienstbare
lakeien op een woelige beeldenstroom. En de
Marokkaanse trom, de trom slaat, de trom slaat
je hart minzaam open. De citer volgt het ritme
van de zee en jouw mooie lichaam wuift als
een rode bloem in de grote handtrom, die slaat,
slaat, tot de voorhof opengaat, de sluier rond
je trotse boezem, de kuisheidsgordel van een
ijzig verstand, tot de wind waait, door je hart,
die slaat als een trom, slaat, slaat geestkracht
als hartverscheurende heling, afgeschrapte
honingraten.
Geplaatst in de categorie: natuur