WINTERSE OPBLOEI
Dichte stormwolken
tinten weiden en boszomen
zwaar, donker, plechtig.
Het rivierschip keert:
fors - stervend klinkt een dwergstorm
over pakhuizen.
Er blaast geen wind, maar
boomblaadjes schudden, klappen:
vogels strijken neer.
's Morgens krabt mijn vrouw
ijzel van de bushalte:
tijden komen weer.
Morgennevel ruist.
Nadert langzaam een onweer?
Kabels zijn vol stroom.
De eerste schoolsdag
hupt het meisje vrolijk voort,
kijkt dan huilend om.
Ik tuur overal
de klamme nevel in, dan
steekt een witte zon...
Een kleuter begraaft
dode lieveheersbeestjes.
"Gezellig samen!"
Poes springt op stoelen;
buurman komt binnen, wacht af.
Vindt hij een zitplaats?
Het geploegde land
wordt bezaaid, heeft nog kluiten
vol oud maïsloof.
Geplaatst in de categorie: haiku