TURINGWEDSTRIJD (1)
Mijn terriër zet grommende zijn tanden
In rijm dat door een schrijver is gemaakt
Het heeft tienduizend euro buitgemaakt
En maakt furore in de Lage Landen
De haarbal door de maker uitgebraakt
-De eerste kat ontsnapt al aan mijn handen-
Laat mij bepaald niet snakkend watertanden
Naar nog meer over pik en poedelnaakt
Het vers kan dan wel lopen als een trein
Waarin iemand uit tenen psalmen zingt
En tanden zet in stoel- of tafelpoten
Dat laatste doet een puppy of konijn
Ongewild komisch, wordt zoiets in inkt
Nee, dan zuurjood, dat soort van ontbloten
Had moeten winnen, da’s pas pennenvrucht
Zelfs ik verlaat daarvoor de ijverzucht
Geplaatst in de categorie: literatuur