Zij droeg een jurk, lang uit de mode,
en was zo mager als een lat,
een rare stokvis,
maar ze had zo'n zeldzaam mooie lesmethode,
voor die tijd eigenlijk verboden:
het scheen, ze praatte zomaar wat,
alsof je in haar kamer zat
te kletsen om de tijd te doden.…
De stralen van uw ogen,
Bestuurd door Venus' kind,
Die doen mij vast verdrogen
Als stokvis in de wind.
’k Heb van de nacht gekreten
ruim twee paar emmers vol:
’k Heb schier de damp vergeten,
Zo is mij ’t hoofd op hol:
’k Heb mijn gekrulde lokken
Zo kaal geplakt om jou,
Dat men uit al de vlokken
Zes ballen maken zou.…