Het zuidenwindje suist door zwarte twijgen,
En kust het slapend dons der zangers teder, -
De zilvren bomen wiegen heen en weder,
En doen hun schaduw met hen mede nijgen, -
Een stille zwoelte komt uit de akkers stijgen
Een koele stilte daalt op donzen veder, -
De zilvren nacht-zon sprenkelt dromen neder,
En lacht van liefde in eeuwig-lachend…
luister mijn lief
hoe mijn hart zingt
als de roep van de koekoek
hoe de opkomende avond
zacht gonst als een bronzen gong
die mild door mijn klepel wordt gestreeld
in donkere spalten van het tweelicht
dansen reeds vuurvliegjes, als een sterrenhemel,
boven de stilte van mijn groeiend verlangen naar jouw warmte
kom laat ons snel de loutering…
Dromen klinken als een avondzang die
traag eindigt, zonder precieze afloop.
Liefde vindt een bedding in de daagse dingen
al zeggen vele romantici dat nooit.
Zingen kan zonder waarom, zonder antwoord
maar stroomt uit de diepte van je ziel.…
Avondzang aan de rede van Texel
Op! Texelbewoner!
Geen avond ooit schoner;
't Loopt alles ons mee.
Op! jeugdige knapen!
De zon wil gaan slapen;
Kom! baad u in zee!
Het westelijk luchtje
Doorgolft met een zuchtje
Mijn flodderend haar.
Twee zeeën begroeten
Mijn kletsende voeten;
Ze omarmen elkaar.
Zie 't Noorderzout blinken!…
En hoger klonk,
Toen 't maantjen blonk,
Waar 't door de wilgen lachte,
Uw avondzang,
Wijl, droef en bang,
De vogel smolt in klachten.
Tot plots hij zweeg.
Een zuchtken zeeg
Van spijt hem uit de kele,
En nooit meer zong,
Hoe 't hart hem drong,
Die eertijds zo kon kwelen...…