Raam vol nachtvlinders
Zij trillen tot zij zitten op
hun plaats als het niet waait, het raam
verlicht, stil tot het einde van
de nacht, stijf op een doel gericht,
uit op bezweren van het licht.
Zij dragen niet als opgeprikten
op vleugels van stilleven as
van 't ademloze om de naald,
maar levend stof van licht beogen
als van de nacht die ademhaalt.
----------------------------------------
Uit: Verzamelde gedichten van Chris van Geel (1917 - 1974).
Dit gedicht verscheen voor het eerst in 'de revisor', april 1974.
Inzender: EdW, 5 juni 2003
Geplaatst in de categorie: dieren