Geen tijd
Eensklaps strooit de volle maan aalmoezen op het asfalt
door het gat in mijn andere hand; op mijn ene been
schop ik ze, voor het slapengaan,
de hinkelbaan uit, schaamrood voor het eind van het spel.
Hemel biedt zomin verstrooiing als de hel.
Vertroosting komt alleen van de wind die het vocht
op de konen droogt en de jekker bolt; helaas kan ik slechts
achterwaarts springen om te landen op de andere stoep.
De vlucht naar voren leid tot een noodlanding in poep.
Gul werd er door de munten een wond in het zwarte doek geschoten
en ineens wist ik weet, en goed, hoe laat het was.
oorzaak en gevolg bedienden zich van zichzelf.
Halfweg wachtte ik op de voorlaatste tram van de stad.
Volgende keer beter - of was één sprong meer dan zat?
---------------------------
uit: 'Witte adel', 1991.
Inzender: tm, 10 maart 2021
Geplaatst in de categorie: geld