De kloosterling
Als ik de groene luiken openzet,
Zie ik de bloemen om het raam heen trillen
Druipend van tintelende dauw, en kil en
Overzoet waait een geur door mijn gebed.
O wonden, o bloei Gods! Mij is in 't bloed
Eén uwer ranken dringend en uitlopend,
Die, als uw lente eenmaal mijn zijden opent,
In duizend bloemen mij uitbreken doet -
Een vreemdling stond in de tuin en groette.
Hij nam mijn hand en voerde me als een knaap
Over het grasveld naar 't begroeid priëel,
Hij sprak: "Wij zijn een overbloeid geheel,
Ik zie mijn hyacinten om uw slaap
En rozen in uw handen en uw voeten."
Inzender: Nelleke, 1 december 2019
Geplaatst in de categorie: religie