Vergeten te kijken naar de zon die ondergaat
Een zonnige middag, we kunnen naar buiten gaan, daar verliest
niemand iets aan.
Ik laat je eens straat zien waar ik als kind doorheen liep, er stonden
toen geen bomen of ze waren heel klein.
Toen ik een kind was maakte ik een hengel van een stok en een
touw en een gebogen spijker.
Ik bewoog de stok door het water en een vis bleef haken aan
de spijker.
ik rende huilend naar huis, de vis aan de stok in mijn hand,
de werkster nam die van mij aan.
Later zei zij mij dat ze de vis naar het water teruggebracht had.
We komen terug als het bijna donker is en doen niet verbaasd,
dat zou komedie zijn.
----------------------------
uit: 'Raster', 119, 2007.
Inzender: mh, 13 juli 2012
Geplaatst in de categorie: individu
Een indrukwekkend gedicht.
En ik ben jaloers, maar in bewondering.