ik maak je na
in duizenden foto’s
in tegenlicht
en in woorden die ik kerf
in bomen
of neerschrijf op papier
alle dagen die ik leef
op deze planeet
vol malle mensen
reproduceer ik je
een oneindig aantal malen
opdat de wereld
ooit wordt als jouw lichaam
warm en zacht en mij omhelzend
opdat de mensheid
ooit spreekt met jouw stem:
fluisterzacht…
de afgebeten kop van schaamte
glimt in de donkerte, grauw als
zwartgruis etende slakken met
glinsterende sporen slijm, zo glad
dat zelfs oud vel erover uitglijdt
in doodshemden zonder zakken
bewegen zij zich voort, hun bloed
is op ons hoofd, kleeft aan alles:
wolkenkrabbers en Charons boot
in winterlicht op weg naar graven
een dorstig…
stokoud
en opgesloten
in een kamertje
kijken we films
en lezen we boeken
jij en ik
zag je dat
dat camerastandpunt
en hoe mooi
die dialoog
en de muziek
onder die laatste scène
en laat me vanavond
in bed jou alsjeblieft
die fraaie zin voorlezen
die ik las vanmiddag
toen jij gesukkeld was
in slaap
van die dingen
waar we…
stel nou toch, denk ik even, dat de sneeuw
het broze, tot ijskoud stof vergane gebeente
is van gestorven en allang vergeten goden
eens trots en sterk, eens aanbeden door velen
in heksenkringen, in bloedige offerrituelen
om nu in stukjes te verwaaien over steden
en ik raak verder verdwaald in de vlokkerige
omarming van zoveel dood tegelijkertijd…
I
van de fitness coach
moesten wij gekken
opeens elke ochtend
gaan buigen en strekken
en de man met de spuit
gaf ons plotseling fruit
in plaats van een injectie
(besluit van de directie)
en de crea therapeute
liet ons op zondag kleien
dus ik dacht: da's leuk
dan klei ik geopende dijen
voor straf werd ik naar
de schaamafdeling…
Stel nou dat je tegenliggers
in je achteruitkijkspiegel kunt zien
alsof alles dat je tegemoetkomt
tegelijkertijd al is geweest
maar bezig is om jou opnieuw
te achterhalen en weer terug te komen
als een lasso vanuit een zwart gat
in oneindige herhaling geworpen
door een cowboy die de tijd boekstaaft
- een natuurkundige koeienjongen…