Zijn goudblonde lokken en knevel
Zijn goudblonde lokken en knevel,
Zijn geestvolle neus en mond,
Zijn vergeetmijnietblik, zijn tenorstem
En zijn New-Foundlandse hond,
Ik moet er gedurig aan denken;
Zelfs adem ik soms nog flauw
De geur in van zijn sigaren.
Hij kocht ze gewoonlijk bij BLAAUW.
Ruik ik opnieuw die sigaren,
Dan word ik eensklaps zo raar.
Is 't, omdat hij ze rookte,
Of was de tabak mij te zwaar?
Snikken en Grimlachjes (Immortellen XVI)
Schrijver: Piet PaaltjensInzender: Redactie, 12 juni 2021
Geplaatst in de categorie: vriendschap