EEN ONTDEKKING
Waarom of toch de Dichters
Zo graag een teugje drinken?
Dit vroeg ik aan mijn Zangster,
En zij gaf mij ten antwoord:
'Er was in oude tijden,
Een bron, die aan de Dichters
En vuur, en geest kon geven;
Hier dronken ze uit, en zongen
Ter ere van hun Goden,
En dappere oorlogshelden.
De schoonheid der Nature,
Het lachen van de lente,
Het zoet gevoel der Liefde
Was 't, dat die Dichters zongen.
Maar — met die oude tijden
Is ook die bron verdwenen.
Nu hebben onze Dichters
Ontdekt, in later tijden,
Dat, in het sap der druiven,
De kracht der bron berustte.
Dit is alleen de reden
Dat zij zo gaarne drinken.
Nu drinken zij en zingen,
Door 't sap der edle druiven
Gesterkt, de schoonste zangen.'
Gezangen mijner jeugd 1782(1782 )
Schrijver: Jacobus BellamyInzender: L.A., 5 juni 2002
Geplaatst in de categorie: drank