Mezennestje
Een mezennestje is uitgebroken,
dat, in de wulgentronk
gedoken,
met vijftien eikes blonk;
ze zitten in de boom te spelen,
tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in, tak-om,
met velen
en 'k lach mij, 'k lach mij, 'k lach mij bijkans krom.
Het mezenmoêrtje komt getrouwig,
komt op de lauwe noen,
al blauwig
en geluwachtig groen;
het brengt hun dit en dat, om te azen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-uit, tak-in,
ze razen,
en kruipen, vlug, het mezennestje in.
Het mezenvaârtje zit - de loveren
verduiken 't voor 't gestraal -
te toveren,
al* in de mezentaal;
daar vliegen ze, al med' een, te zamen,
tak-om, tak-op, tak-af, tak-in, tak-uit,
en, amen,
het mezennestje is weerom ijele en uit.
---------------------------
uitgebroken - uitgevlogen
wulgentronk - wilgenstam
al - helemaal
geluwachtig - geelachtig
al med' een - opeens
ijele = ijdele - leeg
Inzender: F.D., 17 april 2002
Geplaatst in de categorie: natuur
Ook ik, Helen, heb in tweeënzeventigjarig leven, steeds graag Gezelle gelezen