SMAAKMAKER
Nog houdt de omheining, als weleer
– een hoge muur – de hoven dicht.
De middag groent in schemer neer:
een loof-getemperd bovenlicht.
Dezelfde mooi-gebogen dreef
koel, zwijgend, als een kerkenbeuk.
Mijn tuinbank – of ze wachten bleef
verscholen onder rode beuk.
De merel, in de koepelkroon,
fluit bij deze avond als van oud?
Weer schakelt ginder toon in toon
het torenlied zijn keten goud.
Hier woonde ik, uur gewaar noch dag,
verloren in diep droomprieel –
tot ik veel vreemde steden zag,
en nam van ‘t grote leed mijn deel.
Ik weifel bij de tuinbank die ‘t
geheim van diepe stonden weet…
Was dit wellicht mijn laatste lied
van eigen lief en eigen leed?…
Verloren stroom (1920)
Schrijver: Hilarion ThansInzender: Redactie, 20 december 2017
Geplaatst in de categorie: tijd