Arme droeve tijd.
Zij was liefdevol en fris
als een verse kriek;
niet te wulps en niet te nis,
niet melancholiek.
Neem een vrijer, zei ik haar,
wie ge uw herte wijdt.
- 'k Vrees, zo sprak ze, geen gevaar,
want ik heb nog tijd.
Hij was struis, gezond en kloek,
rein van ziel en lijf;
nooit liet hij zich op de zoek
voor een vroom bedrijf.
Neem een liefke, zet ik hem,
die uw hert verblijdt.
- 'k Vrees, sprak hij, de huwlijksklem,
en... ik heb nog tijd.
Doch de jeugd van haar vervloog,
droef zat zij alleen;
duister werd zijn helder oog
en zijn vreugd verdween.
Zuchtend zien ze elkander aan,
met het hert vol spijt:
op hun wangen rolt een traan...
Arme droeve tijd!
Inzender: Redactie, 8 november 2016
Geplaatst in de categorie: spijt