AANGENAME HERINNERING
'k Ben tegenwoordig bij mij zelf. - Ik zit alleen:
Daar 't schoonste veldtapijt gespreid ligt voor mijne ogen;
Daar 't kabblend beekje ruist; daar vurige gebeên
Zo menigmaal, God lof! mijn harte en mond ontvlogen;
Daar bloempje en grasje juicht en op zijn Schepper wijst,
Daar ik het miertje aanzag en 's Makers grootheid voelde
Daar 't alles eensgezind de goede Vader prijst,
Die 't heil van engel, mens en worm in 't stof bedoelde.
'k Ben tegenwoordig bij mij zelf. Ik zit alleen,
En zie rondom, op God - op mensen. - Zaligheden
U voel ik, arme in 't stof, in 't donkre hier beneên! -
Mijn vrienden helpen mij, zij letten op mijn treden.
Zij wenen voor - ik volg, mijn harte wordt geroerd!
Zij bidden - en ik bid! hun juichstem laat zich horen.
Ik zing al staamlend na - en word mij zelf ontvoerd!
God kende mij! - hij heeft mij vrienden uitgekoren! -
Mijn ziel blijft eeuwiglijk gebonden aan hun ziel,
Dit denkbeeld zal mij, zelfs in leed, tot danken wekken.
En, zo ik door de dood al uit hunne armen viel!
God leeft! der vrinden vrind, zal hun ten vrind verstrekken.
Inzender: Redactie, 3 juni 2016
Geplaatst in de categorie: vriendschap