Het Dooit.
Zoals bij 't sneeuwen
die vlokskens, verveerd,
weiflend en trage
vallen op eerd,
zo moeten alle
gedachten van ons,
van uit de hemel
van room en dons,
dalen op aarde
waar alles dooit
wat sneeuwwit en droomrig
de dingen vermooit.
Droef is de dooi
maar als, uitgeblomd,
dat donzen droomsel
gefilterd komt
uit zuivere lagen
van wijze grond,
kristal is voor de ogen,
wijn voor de mond,
muziek voor de dichter,
drank voor de plant,
dan leer ik de lesse
van dooi in 't verstand.
Dooi die de vlokskens
tot wateren wijdt,
dooi die mijn dromen
tot daden herleidt,
droef zijt ge telkens
want ‘lief’ is op aard
wat blank als de sneeuw nog
zijn dromen bewaart,
maar drinkbaar het water
der ziel, dat, verreind,
door smarten gefilterd
naar de harten fonteint.
Dietsche Warande en Belfort jrg. 1926 (1926)
Schrijver: Alice NahonInzender: Redactie, 8 december 2015
Geplaatst in de categorie: psychologie