Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
Dees ganse weerld moest liggen op haar knieën
Voor mij niet, maar voor 't Hoogre, dat in mij
Niet gans zit, gans wit, maar Dat zich door mij
Wil uiten, wijl 't zich wil, en dat elk biedend
Wat elk klein mensje slechts verlangt, doch vrij
Blijft voor zich-zelf van andren, schoon verrieden 't
De meesten, daar zij zich niet voelen blij,
Omdat 't Algoede al slechtheid is bespiedend.
Der Godheid toorn is een geducht onweder,
Waarvoor wij allen beven moeten, schoon
Er velen zijn die nimmer als een veder
Bewogen op der wereld wind, die teder
Nooit, neen, vals-fors tiert om de hoogste ceder.
Maar al wie rein blijft, krijgt op 't eind een kroon.
Verzen
Schrijver: Willem KloosInzender: Redactie, 2 maart 2014
Geplaatst in de categorie: psychologie