Grootvaders klacht, bij de dood van zijn kleinzoon.
Daar ligt hij op de baar,
Ach, nog geen negen jaar!
En de afgeleefde staf
Geleidt de jeugd naar 't graf.
O God! hoed mij voor 't kwaad,
Dat ik Uw' duistre raad
Niet morrende bedil!
Geslagen hart, zwijg stil!
Wat zeg ik, stil? - o neen!
Hoe ik zijn dood beween',
Hier, bij dit zielloos stof,
Breng ik d' Alwijze lof:
Want, dierbaar kind! uw druk
Veranderde in geluk;
Gij werd bij d' Englenkring
Een welkom Hemelling.
Vaderlandsche letteroefeningen (Jaargang 1840)
Schrijver: Lieuwe SchipperInzender: Redactie, 20 juli 2023
Geplaatst in de categorie: overlijden