SLAAP EN DOOD
Twee broeders heersen over 't wereldrond;
't Zijn Slaap en Dood, de zonen van de nacht;
De een droomrig schoon, met trekken vriendlijk zacht
En de ander somber; nooit verried zijn mond
't Geheim, dat zelfs de broeder niet doorgrondt,
Hem 't meest gelijk in wezen en in macht.
En de een spreekt 's morgens: "Frisse lust en kracht
Schonk ik wat leeft. Maar broeder, doe mij kond,
Wat gij, gevreesd door heel de schepping doet?
'k Heb in de schemering uw vlucht bespied,
Tot ik u zag verdwijnen bij de vloed
Aan 's werelds eind, de zoom van mijn gebied;
Welk land voert gij uw kindren te gemoet?" -
Maar de ander luistert stil en antwoordt niet.
De Banier, 6.(1880)
Schrijver: Frederik HemkesInzender: Han Messie, 31 juli 2021
Geplaatst in de categorie: mystiek