Nachtegalen
Ik leef in nacht, maar mane-schijn is buiten,
Die leeft in twinkelende vogelen-slag,
Ik zie hem schijnen door de onzichtbre ruiten,
Ik wacht, maar ik verlang niet naar de dag
Ondergedompeld wezend ganslijk, ach!
In dit zwart meer, o liefelijk geluid en
Wat uit zwart donkere spiegel òp komt fluiten,
Licht-lieve volk in wat àl duister zag,
Gij komt òp-duikend in lucht legerscharen,
Licht-glans-gewapend in dees donkre wereld,
O lieve, o onverwachte, o lichte paren,
U stortend willend golfje in zee bepareld.
Het donker blijft en blijft, mij wèl welkomme,
Zwart donkre flonker-grot is om me en om me.
Ede, 14 Mei 1894
Inzender: adm, 5 maart 2010
Geplaatst in de categorie: dieren