Aan mijne moeder.
Zoals daar ginds, aan stille blauwe lucht,
zilveren-zacht, de half ontloken maan,
bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht,
wier bleke bladen aan de kim vergaan;
zo zag ik eens, in wonderzoet genucht,
uw half verhulde beeltnis voor mij staan,-
dan, met een zachte glimlach en een zucht,
voor mijn verwonderde oogen ondergaan.
Ik heb u lief, als dromen in de nacht,
die, na een eindloos heil van éne stond,
bij de eerste schemering voor immer vlôôn;
als morgenrood en bleke sterrenpracht,
iets liefs, dat men verloor en niet meer vond,
als alles, wat héél ver is en héél schoon.
----------------------------------------------------------
(Kloos' moeder overleed nog voor zijn tweede levensjaar.)
Inzender: Hans Drenthen, 25 april 2009
Geplaatst in de categorie: moederdag