Avondromance
Het laatste geflonker
Der zonne ging ter rust;
De beek is door ’t donker
In sluimring gekust;
Maar ’t zwijgende duister
Toont lieflijke pracht:
Want de aard groet uw luister,
Vorstinne der nacht!
Geen nevelen betrekken
Uw Goddelijk schoon;
Geen schaduwen dekken
’t Azuur van uw troon.
Vol glans zijn de blikken,
Waarmee ge op ons staart,
En ’t oog komt verkwikken,
Vriendinne der aard!
Doe lichtstralen wieglen,
o Zilvren Planeet!
Doe ’t stroomvocht weerspieglen
De glans van uw kleed.
Blink vrolijk: want de ogen
Van haar, die ik min,
Begroeten bewogen
U, Nachtkoningin!
Lente en Herfst (1842)
Schrijver: Adriaan van der HoopInzender: adm, 13 juni 2018
Geplaatst in de categorie: natuur