De eerste nacht
Het had geregend heel de dag,
Het had gesneeuwd bij tussenpozen,
Maart handhaafde, als hij lang niet plag,
Zijn naam van wispeltuur'ge boze.
En toen het tegen d' avond liep,
Stak stormwind op met schrikb're vlagen.
Klein zusje, dat al rustig sliep,
Moest schreiend 't bed weer uitgedragen.
In 't eind beving de slaap haar weer
En zochten we ook de legerstede,
Maar legden wij het hoofd al neer,
De smart volgde ons ook daar, de wrede!
Lang hebben 't stormen wij gehoord,
De regen kletterde op de ruiten,
Wij spraken geen van beide een woord:
Hij rustte d'eerste nacht daar buiten.
Geen zomer; nieuwe gedichten (1880)
Schrijver: Cornelis HonighInzender: Redactie, 24 september 2020
Geplaatst in de categorie: ziekte