Zomer
De grote zomerdag staat open
En bouwt zijn weelde over de aarde,
Het malse moes lacht in de gaarde
Bij 't sappig groen, met dauw bedropen;
Het ruiselt in de weke hagen,
Het gonzelt in de bloesemstruiken,
het tintelt in de groene pruiken
Der berken bij de zoete vlagen;
De kool brandt op de peerse kluiten,
De blonde brem bloeit welig tegen
De mulle hel-beschenen wegen
Met volle gele honigtuiten, -
Hef over de aarde uw aangezicht,
Over uw ogen valt het licht,
Over uw lippen stort een lied -
Levend mooi mens geniet!
Van zon en zomer (1902)
Schrijver: C.S. Adama van ScheltemaInzender: J.M., 14 september 2006
Geplaatst in de categorie: jaargetijden