Onder moeders vleugels vertrokken
Ochtend,
Het is zover, moeder.
De morgen was grauw, toen ik weg ging van huis.
Sinds klimt het licht, stil en aanhoudend.
Wijder klaren al wijder klaarten
en ik dwaal als een vogel boven de wolken.
Ik wil je zien, moeder.
Ik wil éénmaal in je ogen zien
voor de grondeloze diepte mij neemt.
Je ben zo ver.
Nacht,
Kom nu met uw donker, dieperbarmen, eindelijk.
Laat dit pijnlijk lichaam in uw arm rusten
als het kind op moeders' schoot.
Laat mij veilig door de schaduw
uwer vleugelen gedekt slapen gaan
het moede oog gesloten.
En het lichaam pijnloos uitgestrekt.
Geplaatst in de categorie: afscheid