DE OUDE BOERDERIJ
ooit was ik statig trots
met mooie grote schuur
kleine kinderen speelden lachten.
ook de geluiden van de
meid en knecht drongen door
in iedere voeg en muur.
pa moe kinderen en opa
allemaal moesten ze mij
vergeten en verlaten
en ik hen en de geur van
hooi en het zwiepen van
koeienstaarten.
de trouwe treurende
ogen van de hond en
het glimmende zwarte paard
nooit zie ik ze terug.
dat alles blijft mij niet
zo lang meer bij
immers tijd heeft geen geduld
en met alles wat
de lucht nog verhult
word ik wis en zeker
langzaam opgevreten
... dit gedicht gaat over afscheid en vergankelijkheid, dat moge duidelijk zijn ...
Schrijver: catrinusInzender: C.A. de Boer, 26 februari 2020
Geplaatst in de categorie: afscheid